Echte aangeboren hyperactiviteit bij honden is zeldzaam. Kan het behalve aan stress en te weinig stimulatie, ook aan voeding liggen?
Bij hyperactiviteit in kinderen denken mensen vaak aan vermoeidheid. De kinderen worden dan vervelend en blijven doorgaan, ook al zijn ze ontzettend moe. Gelukkig zijn er nu ook steeds meer mensen die snappen dat dit bij honden ook zeker het geval kan zijn. Maar wat ook zeker voor hyperactiviteit kan zorgen, is suiker. In sommige hondenvoer zit voornamelijk een hoge hoeveelheid koolhydraten, koolhydraten is de verzamelnaam voor suikers en zetmeel.
Een teveel aan suiker doet bij een hond wat het ook doet bij mensen: het kan voor overgewicht, gezondheidskwalen en voor problemen zorgen met het gebit. Het heeft ook zeker effect op het gedrag van onze honden. Sommige hondenrassen zijn van zichzelf energieker en actiever dan anderen. Echte aangeboren hyperactiviteit bij honden is zeldzaam. Het is veel waarschijnlijker dat het aan teveel of te weinig beweging, stress of bijvoorbeeld te weinig of te veel mentale stimulatie ligt.
Alhoewel suiker nodig is voor energie, kan dit ook zorgen voor een stijging van een hond zijn bloedsuikerwaardes en de serotonine opname verlagen. Dit heeft een negatief effect op het gedrag en humeur. Suiker zorgt dus voor een ‘sugar high’, dit kan ervoor zorgen dat een hond hyperactief wordt en op dat moment mentaal niet echt iets binnen kan komen.
Kijk altijd even naar de labels voor jezelf, maar ook voor je hond(en). Fabrikanten zijn helaas niet verplicht om de precieze hoeveelheid koolhydraten op het etiket te vermelden. Het hoogste ingrediënt op de label, is het ingrediënt waar er het meeste van in zit. Als vlees al niet als eerste is vermeld of/en er meer dan 50% koolhydraten in zit, kan het goed zijn dat je hond te veel koolhydraten binnen krijgt.
Hoe zie je hoeveel koolhydraten er in de voeding van je hond zit?
Als voorbeeld neem ik het huismerk van een supermarkt brok:
De samenstelling begint al met granen en ‘plantaardige bijproducten’. Deze staan bovenaan, dit betekend dat er meer van in zit dan de twijfelachtige ‘vlees en dierlijke bijproducten’, waarvan er bijna helemaal niets in zit. Eiwitten, vetten, groenten, vezel/celstof en suiker tellen als koolhydraten.
In totaal zie je al dat er meer dan 65% koolhydraten in zitten. 50% is al een hoog percentage, 65% is eigenlijk helemaal niet geschikt meer als voeding.
Het belangrijkste bij het kiezen van een geschikte voeding?
Kijk of vlees als eerste ingrediënt vermeld staat, kijk naar het percentage vlees dat hier in zit, kijk naar het eiwitpercentage, koolhydraat percentage, het moet smakelijk zijn voor je hond en variatie, variatie, variatie.
Is het je ook wel eens in de winkel opgevallen dat sommige hondenbrokken één of meerdere niet natuurlijke kleuren hebben? Deze kleurstoffen worden toegevoegd aan sommige brokken én hondensnacks doordat deze tijdens het proces van het maken, de brokken en snacks hun kleur kunnen verliezen. En om het er smakelijker voor ons mensen eruit te laten zien, wordt er opnieuw kleur toegevoegd. Sommige bedrijven voegen natuurlijke kleur toe aan brokken, bijvoorbeeld door middel van bieten. Dit is helemaal prima, en smakelijk! Maar helaas is er ook nog steeds voer waarbij het om E nummers, zoals E129, E102 en E110. Deze kunnen uiteindelijk voor gezondheidsproblemen zorgen, die zich ook weer kunnen uiten in meer prikkelbaar zijn, slapeloosheid en leerproblemen. Uiteindelijk worden deze toegevoegd voor ons, niet voor de honden.
Als je twijfelt over de voeding van je hond kun je altijd contact zoeken met een voedingsdeskundige. Gelukkig worden de wetten langzamerhand strenger en zijn er tegenwoordig veel goede merken op de markt!