Skip to main content

Het gevaar van negeren

Bij veel adviezen over hondengedrag wordt gezegd: “negeer ongewenst gedrag”. Vanuit de visie van B-Dog is dit niet altijd correct.

In de vorige theorie hebben we gezien dat honden door spanning en stress een gedrag laten zien. Of dit nou bijvoorbeeld druk doen, wegduiken, uitvallen of zelfs bijten is, het wordt in de basis veroorzaakt door een emotie over de situatie. Wat nou als we dus deze gedragingen negeren? Daarmee negeren we indirect ook de emotie van de hond. Je pup staat dus bij wijze van spreken te schreeuwen dat hij het niet meer aankan, en wij negeren hem volledig omdat we goedbedoeld advies hebben gekregen. Dat vind ik niet goed voor de onderlinge band.

Hoe kun je dan wel voorkomen dat je pup ongewenst gedrag laat zien? Je kan gaan leren observeren wanneer je hond kalmerende signalen laat zien. Zoals besproken is hij dan nog aan het ‘fluisteren’ in zijn communicatie. Als deze kalmerende signalen niet werken, gaat hij onherroepelijk over tot grotere signalen, en daarbij behorend onplezierig gedrag. Jij moet er dus voor zorgen dat je hond weet dat die kalmerende signalen werken!!

Vraag: Wat doe je ook alweer als je kalmerende signalen ziet oplopen?
Antwoord: Haal je hond uit de situatie, dit kan door zelf afstand van je hond te nemen (als de signalen op jou gericht zijn), door de hond mee te nemen uit de situatie (afstand vergroten) of door de persoon die te dicht bij je hond is te instrueren je hond met rust te laten en afstand te nemen.
Je hond zal zich gehoord voelen en vertrouwen dat je zijn signalen serieus neemt voor een volgende keer. Doe je dit niet, dan zal je hond steeds minder communiceren met kalmerende signalen en steeds sneller stress ondervinden van nieuwe of soortgelijke situaties. Hij voelt zich dus hulpeloos.

In deze video leert Eddie dat zijn subtiele signalen aankomen bij mij! Ik forceer hem niet te spelen, maar speel samen en respecteer zijn grenzen. Eddie vindt het namelijk niet altijd makkelijk iets te delen. Hoe meer ik hem vertrouwen geef dat ik hem heb ‘gehoord’, hoe meer hij mij vertrouwt.

Dat ik het ‘schreeuwen’ van je hond ongewenst of onplezierig noem, wil niet zeggen dat ik vind dat hij het niet zou mogen doen. Hij heeft álle recht om zich te uiten. Het dient bovendien als een alarmfunctie om ons te vertellen hoe hij zich voelt. We willen dit gedrag dus nooit onderdrukken (bijvoorbeeld door te straffen), maar wel zo veel mogelijk voorkomen. Dat is in het belang van iedereen het prettigst.

Belangrijk: soms heeft een hond geleerd dat een bepaalde vorm van ‘schreeuwen’ hem iets oplevert. Zoals alle dieren zal een hond gedrag herhalen wat hem iets opleverde. Het is dus niet zo zwart wit dat je alle gedrag maar over je heen moet laten komen, maar het gedrag staat niet op zichzelf. Je registreert voor jezelf dat je hond gedrag laat zien, en gaat meteen denken wat je had kunnen doen om te voorkomen dat hij in deze staat kwam (denk aan de opbouw van stress!).

Moederhonden zullen bij overdreven gedrag ook af en toe weglopen bij de pups, zodat ze zich even kan onttrekken aan de grillen van haar pups en hen leren dat ze niet altijd alles gedaan krijgen met hun drammerige gedrag. Zij doet dit echter heel subtiel, een subtiliteit die wij als mensen niet hebben. We zullen hiervoor nog het handgebaar leren, een techniek om de hond te laten weten dat hij gezien is, maar dat je toch even wegloopt. Deze techniek heeft nog meer voordelen die ik jullie zal uitleggen.

Opdracht:
Ga opschrijven welke kalmerende signalen je allemaal gezien hebt op een dag en hoe jij erop hebt gereageerd.

Foto met toestemming gebruikt, eigendom van Blossom Doodles

Keuzevrijheid

Het hebben van keuzes is erg belangrijk voor de ontwikkeling, emotionele balans en dus welzijn van honden. Van alle huisdieren hebben honden de minste eigen keuzes, bedenkt maar dat we normaalgesproken zelfs bepalen wanneer zij plassen en poepen. Maar ook keuzes van waar ze lopen, liggen, slapen in huis, wat ze eten, wanneer ze eten, hoeveel ze eten, waar ze mee mogen spelen, met wie ze mogen spelen, hoe snel ze lopen, en zelfs waarheen. Het betekent ook dat we vaak vanuit de bestbedoelde training ze in situaties brengen die ze niet aan kunnen. Dus ook daar hebben ze geen keuze in.

Een aantal keuzes die essentieel zijn voor het welzijn van je hond:

  1. Kiezen waar hij wil slapen:
    • Dit is vooral een kwestie van verschillende ondergronden en dat de ruimte groot genoeg is. Honden worden wakker na een aantal minuten of uren, gaan dan verliggen en gaan op een andere plaats of ondergrond verder slapen. Ook is het voor honden belangrijk dat ze (als ze daar behoefte aan hebben) een hoge plek hebben om te liggen. Daarom (naast dat het vaak de meest comfortabele plek is) is de bank vaak favoriet. Dit wetende kun je je voorstellen dat ik absoluut geen voorstander ben van een bench.
      Feitje: puppy’s slapen ongeveer 18-20 uur per etmaal, volwassen honden 14-16, verdeeld over de dag.
  2. Eten:
    • Puppy’s laten vaak zien dat ze honger hebben. Ze gaan naar de plaats waar het voer vandaan komt of hun bak, en zetten hun mooie puppyoogjes op. Het opgroeien vraagt veel energie, en de energiebehoefte wisselt op de dag. Bied dus voldoende voermomenten aan, en bied eens wat aan als je vermoedt dat hij ineens om eten vraagt.
    • Varieer in wat je hem aanbiedt. Natuurlijk is het praktisch om in de basis dezelfde soort voer te hebben. Maar in de kleine maaltijden of tussendoortjes kan een keuze worden gegeven. Honden hebben net als mensen soms trek in groenten (gekookte: wortel, zoete aardappel, erwtjes, sperziebonen als voorbeeld) en andere keren in (verschillende soorten) vlees. ‘Vraag’ het hem door twee soorten aan te bieden en zien wat hij kiest. De andere berg je weer op. Ook dat hoort bij kiezen!
    • Kauwmaterialen zijn er in vele vormen en maten. Het is van belang dat je pup veel opties heeft, aangezien het stress verlaagt. Let erop dat als er geen toezicht is, echte botten en veel kauwsnacks voor onveilige situaties kunnen zorgen. Informeer je dus over de materialen die je aanbiedt. Ook kun je om het interessant te houden een aantal kauwspeeltjes wegleggen en dan na een tijdje weer aanbieden. Wees creatief, leg ze bijvoorbeeld een tijdje buiten voor interessante geurtjes. Dat houdt het interessant en kan je wederom je hond laten kiezen. Een bak met speelgoed op de juiste hoogte voor je hond is ook leuk om neer te zetten en hem een keuze te laten maken.
  3. Wandelen:
    • Waar je hond wil wandelen kan hij je niet goed vertellen. Maar wel kan hij op kruisingen een voorkeur aangeven. Bepaal op dat moment of het praktisch en/of veilig is om hem daarin te volgen. Je 3-meterlijn zal je helpen om de keuzes te vergemakkelijken. Ook kun je je voorstellen dat na een paar spannende dagen het wellicht een beter idee is om een rustig rondje te snuffelen op bekend terrein, dan weer een nieuw en wellicht druk bos te gaan bezoeken.
    • Waar wil je hond langer snuffelen of stilstaan? Daar waar het interessant is voor hem, en niet zozeer waar wij dat denken of bepalen. Hierin volgen we de hond volledig, tenzij de situatie gevaarlijk of op een andere manier onplezierig kan worden. Door langzaam te lopen zoals in de lessen, heeft je pup meer tijd om met zijn neus naar de grond te gaan. Let goed op de lichaamstaal van je hond en loop niet ‘door je hond heen’ als hij wil snuffelen. Dit leg ik uit in de lessen.
    • Dat hij keuzevrijheid krijgt waar hij loopt of stilstaat, wil niet zeggen dat hij je mee mag trekken in die richting. Wanneer je hond zijn gewicht in de strijd gooit (al is hij nog zo klein) om een plek te bereiken, dan moeten we daar niet in mee gaan. Je blijft gewoon standvastig staan totdat de lijn weer een acceptabele druk heeft. Blijft je hond elke keer hard trekken, dan is hij waarschijnlijk overprikkeld. Ga dan echt slenteren, en kijk of hij tot rust komt. Werkt dit ook niet, dan kun je het beste de kortste route naar huis nemen en hem rust geven.

      Tip: Als je hond stilstaat of zelfs gaat zitten bij het zien van een andere hond die op voldoende afstand is, is dat prima (vaak een kalmerend signaal). Besluit de eigenaar van de andere hond vervolgens op je af te lopen, dan mag je beslist aan die persoon verzoeken om even afstand te houden. Vaak zien we dat op afstand je hond nog OK is, maar zo gauw de hond dichtbij is hij zich niet meer gebalanceerd kan gedragen (opspringen, piepen, blaffen). Door afstand te vragen van die ander, leert je hond dat niet élke hond betekent dat hij hyper hoeft te worden, want soms lopen honden ook gewoon voorbij… Dit is echt heel belangrijk voor de toekomst!!

Opdracht:
Ga eens na welke keuzes je hond zelf mag maken op een dag! Schrijf ze op en denk er dan eens rustig over na of je het veel of weinig vindt.