Skip to main content

Welkom bij de eerste theorie van de puppycursus bij B-Dog!

Je pup is, als het goed is, de eerste 8 tot 12 weken van zijn leven op dezelfde plek geweest, bij zijn moeder, boertjes en zusjes. Als het goed is, ben je een aantal keer bij de pups geweest voor je hem ophaalde. Soms is dit door omstandigheden niet mogelijk, zoals een pup uit het asiel of als herplaatser.

Het is fijn als de plek waar hij die tijd is geweest een rustige en toch stimulerende plek voor hem was. Dat hij al een beetje gewend is geraakt aan de normale geluiden van het leven, geuren en smaken.

Na deze eerste periode van zijn leven, komt hij in een totaal nieuwe omgeving: jouw huis! Voor jou de normaalste zaak van de wereld, voor je pup een enorme hoeveelheid nieuwe informatie, andere communicatie, andere routines, en vooral: zonder de vertrouwde andere dieren om hem heen. En ja, daarmee bedoel ik ook mensen.

Afhankelijk van hoe die eerste periode was, zal hij meer of minder weerbaarheid hebben wat betreft zijn verhuizing. Hoe meer hij al heeft meegemaakt, hoe meer rust en tijd hij nodig zal hebben. Maar andersom geldt ook: als hij te weinig geprikkeld is in zijn vroege bestaan, heeft hij ook weinig weerbaarheid.

Dit geldt ook voor de periode na de verhuizing. Hij zal de eerste dagen/weken genoeg hebben aan het wennen aan het nieuwe huis en de nieuwe situatie. Dit is al een enorm onderdeel van wat men socialisatie noemt. Als je in deze eerste 10-14 dagen ook nog andere dingen gaat verkennen, of veel bezoek ontvangt, overprikkel je de pup al snel.

Pups laten zich makkelijk overhalen. Ze kennen hun eigen grenzen niet, want ‘in het wild’ zou zijn moeder deze grenzen aangeven tot zijn puberteit. Besef dat je nu investeert voor de toekomst van de pup, je volwassen hond. Pups die hard gaan bijten in dingen, lomp spelen, piepen, keffen en zelfs grommen zijn overprikkeld. Sommige pups kiezen als strategie om dan maar in slaap te vallen. Deze pups zijn daadwerkelijk erg moe, pup zijn vreet energie en soms is de koek gewoon op. Wees deze situaties voor en doseer de (nieuwe) prikkels. Kom je wel in zo’n situatie, breng je pup dan ‘naar bed’. Lekker met wat te kauwen (geschikt voor puppy’s) in zijn mand of rennetje.

Dingen die je de eerste weken beter wel kan doen:

  • Cocoonen (lekker samen thuis zijn)
  • Bij je pup slapen of je pup bij jou laten slapen, gebruik dus geen bench! (Heb je twijfels hoe het zonder bench kan? Bel me dan even! Dit is namelijk ontzettend belangrijk voor een goede start!)
  • Ontspannen over plasjes en poepjes in huis, de eerste tijd zijn ze gewoon meestal nog niet zindelijk
  • Je pup alleen in je eigen tuin uitlaten, echt nog niet de straat op
  • Bij het ontdekken van nieuwe dingen je pup op de arm of op schoot houden
  • Zorgen voor genoeg slaaptijd (20 uur!), hier komt later nog meer over!
  • Hem de ruimte geven, ook als hij slaapt, hier komt later ook nog meer over!
  • Leren over communicatie bij honden en je pup observeren! Ook hier komt later meer over.
  • Genieten!

Dingen die je de eerste weken beter niet kan doen:

  • Bezoek ontvangen/feestjes geven
  • De straat op met je pup tenzij het niet anders kan (geldt voor de eerste maand ongeveer, en wijkt iets af als je pup een stuk ouder bij je is gekomen)
  • Je pup alleen laten
  • Veel van hem verwachten
  • Hem steeds roepen of zelfs al commandos proberen te leren
  • Je pup steeds optillen als een baby
  • Hem wakker maken of houden
  • En een heel belangrijke: hem opsluiten als straf of weglopen na het opsluiten in zijn rennetje. Ook het laten piepen, janken of blaffen is niet OK. Laat hem dus niet ‘huilen’ tot hij stil is, ook niet bij het naar bed gaan!! Ga naar hem toe en steun hem, zonder hem eruit te halen. Slaap gewoon bij hem of laat hem bij jou slapen voor nu.

Verwachtingen

Toen je de keuze maakte voor je pup, heb je vast allerlei redenen bedacht waarom nu, waarom deze pup, waarom dit ras, etc. Je weet vast goed wat je verwacht, hoe je de toekomst voor je ziet. Besef dat elk dier een individu is. Of het nou een menselijk dier is, of een niet-menselijk dier (want in de basis zijn we allemaal gewoon dieren!). Ga dat individu leren kennen, kijk wat zijn voorkeuren zijn. Zo klein als hij is, toch kan je dit gaan ontdekken. Want dat individu mag ook wat van jou verwachten. Ga eens bij jezelf te rade en schrijf het antwoord op deze vraag:

Wat mag mijn pup van mij verwachten?

En als laatste, nog wat goede gewoontes:

  • Je pup rustig dingen laten ontdekken, maar verander niet te veel.
  • Hem meerdere malen per dag eten geven, pup zijn vreet energie.
  • Je pup voldoende en veilig kauwmateriaal aanbieden (een hond moet altijd iets te kauwen hebben, laat je adviseren in de dierenwinkel over geschikte ‘botten’ voor pups).
  • Hem laten wennen aan zijn tuigje, maar laat hem er niet alleen mee (heb je nog geen goed zittend Y-tuig? Geen zorgen, dit doen we bij de privéles!).
  • Hem eerst laten wennen aan de lijn binnenshuis of in de tuin.
  • Pups kunnen al goed hun neus gebruiken, strooi wat lekkers op een kleed of op de grond. In de achtertuin is ook altijd leuk. (Heb je meerdere honden? Doe dit dan individueel in het begin!).
  • Geef je bijvoorbeeld 5 keer eten? Gebruik dan 2 keer daarvan voor voedselverrijking en de andere 3 keer gewoon in zijn bakje. Voer strooien, kongs en andere voedselverrijking is leuk, maar een hond wil ook graag simpel zijn bakje leegeten en meteen een voldaan gevoel hebben.
  • Hem rustig benaderen, kalm met hem omgaan en stoppen als hij dreigt druk te worden. Word niet boos, maar help hem zijn rust te vinden.
  • Lees je in over ‘kalmerende signalen’ en ga je pup observeren. (leestip: het boek ‘Kalmerende Signalen’ van Turid Rugaas).
  • Is je pup klaar voor de buitenwereld na een paar weken? Ga dan steeds kort met hem naar buiten, en heb geduld: alles is weer nieuw voor hem! Zelfs als hij het goed lijkt te kunnen, is dit een grote valkuil.